Tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) werden vele Antwerpse kerken voorzien van nieuwe altaarstukken. Een ervan was deze 'Kruisafneming' die in 1611 bij Rubens besteld werd door de kolveniers, de jongste van de zes Antwerpse gewapende gilden, voor hun altaar in de kathedraal. De overeenkomst werd gesloten op 7 september 1611. De hoofdman van de kolveniers, Nicolaas Rockox, die tevens buitenburgemeester was van Antwerpen en een befaamd kunstkenner, heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat Rubens de opdracht kreeg. Rubens heeft meerdere jaren gewerkt aan de omvangrijke triptiek die een van zijn grootste meesterwerken zou worden. Het centrale paneel was afgewerkt in 1612; de luiken werden pas in 1614 in de kerk geplaatst, een eerste (men weet niet welk van beide) in februari en het tweede een maand later. De kolveniers betaalden Rubens 2400 gulden in drie schijven (in 1611, 1618 en 1621).
De Antwerpse kolveniers hadden de Heilige Christoffel als patroon, maar volgens de iconografische voorschriften van de Contrareformatie kon in het nieuwe altaar de heilige niet centraal staan. De voorschriften bepaalden immers dat op het hoofdtafereel van een altaarstuk enkel nog Christus of taferelen uit het Nieuwe Testament mochten uitgebeeld worden. Rubens wist echter een vernuftige oplossing te bedenken. De naam van de H. Christoffel of Christoforus betekent letterlijk 'Christusdrager' en in elk van de onderdelen van de triptiek spelen Christusdragers de hoofdrol. In het middenpaneel wordt de dode Christus gedragen door zijn volgelingen. Op de zijluiken zijn 'De visitatie' en 'De opdracht in de tempel' voorgesteld, waarbij de zwangere Maria en Simeon Christusdragers zijn. Op de buitenluiken mochten wel heiligen worden voorgesteld en als vanzelfsprekend vinden we er de imposante patroonheilige van het schuttersgilde.
In 1794 werd de triptiek door de Fransen overgebracht naar Parijs waar het een van de pronkstukken vormde van het Musée central (in het Louvre). In 1815 keerde het naar Antwerpen terug en werd in 1816 terug in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal geplaatst, waar het sindsdien een pendant vormt met de voor de Sint-Walburgiskerk geschilderde 'Kruisoprichting'.
(Bron: www.rubensonline.be)