Van wijzen tot koningen

Rubens schilderde in zijn carrière heel wat voorstellingen van dit vrome -maar ook pittoreske- nieuwtestamentische thema. Het is één van de religieuze thema’s die het meest in zijn oeuvre voorkomt. De werken laten zich onderverdelen in twee groepen: de Aanbidding van het Kind Jezus door de herders en de Aanbidding door de Koningen. Het altaarstuk uit de Sint-Michielsabdij behoort tot het tweede type.

Het is een uitbeelding van de gebeurtenis die in het kerkelijk jaar plaatsvindt op 6 januari of de eerste zondag van het nieuwe jaar, met name het feest van de Epifanie of de Openbaring van de Heer. Ze wordt in de Bijbel door de apostel Mattheus verhaald (Matt. 2:1-18). De Wijzen uit het oosten gaan geleid door een ster en in opdracht van koning Herodes op zoek naar de pasgeboren Messias en bieden Hem geschenken aan. Dat de Wijzen, die ook als magiërs of astrologen betiteld worden, met drie waren, heeft men afgeleid uit de opsomming van de gaven die ze meebrengen: goud, wierook en mirre. Dit gebeurde wellicht voor het eerst door de vroegchristelijke schrijver Origenes (ca. 185-ca. 254.) Dat het om koningen uit de verschillende windstreken ging, wordt evenmin in de Bijbel vermeld. Deze uitleg is gegrond op Bijbelse typologieën en latere toevoegingen. Typologieën zijn voorafspiegelingen in het oude testament van feiten uit het nieuwe testament. In dit geval gaat het om de voorspelling van de profeet Jesaja:

Volken laten zich leiden door jouw licht, koningen door de glans van je schijnsel (Jes. 60: 3)

en een passage uit psalm 72: 10-11:

10 De koningen van Tarsis en de kustlanden, laten zij hem een geschenk brengen. De koningen van Seba en Saba, laten ook zij hem schatting afdragen. 11 Laten alle koningen zich neerwerpen voor hem, alle volken hem dienstbaar zijn.

Beide teksten maakten deel uit van het officie van het feest van de Epifanie. De interpretatie van Mattheus’ brontekst evolueerde verder. Vanaf de middeleeuwen ging men er van uit dat de koningen niet alleen de verschillende levenstijden maar ook de verschillende (toenmalig bekende) werelddelen vertegenwoordigden (Azië, Afrika en Europa). In het licht hiervan stelde men één van de Wijzen, als personificatie van het Afrikaanse continent, met een Moors uiterlijk voor. Ook de benaming van de koningen als Melchior, Caspar en Balthasar vond pas in een latere periode, vanaf de vroege middeleeuwen, ingang. De individuele identificatie varieerde afhankelijk van streken en perioden. Soms was het Balthasar dan wel Caspar die de uiterlijke kenmerken van de Afrikaanse koning meekreeg.

Attributen van de koningen

Ook de verbinding van de attributen met de respectieve koningen varieerde. In dit geval wordt het goud de nieuwgeboren Zoon Gods aangeboden door de oudste koning. Hij schrijdt naderbij in zijn prachtige rode, met goudbrokaat versierde, mantel. Terwijl hij een stap voorwaarts plaatst, biedt hij met beide handen een schaal met gouden munten aan, die voorzien is van een voetstuk en een deksel dat hij in de linkerhand houdt.

Aanbidding door de Koningen (detail), Peter Paul Rubens, KMSKA, CC0
Peter Paul Rubens, Aanbidding door de Koningen (detail), 1624 KMSKA, CC0

Achteraan in het midden staat de Moorse koning die met een blik van ontzag de nieuwgeborene aanschouwt. Hij houdt een schaal met mirre vast, draagt een sjerp om zijn middel en een tulband op het hoofd. De exotische uitbeelding van deze monarch vertoont duidelijke overeenkomsten met deze van hetzelfde personage in de voorstelling van de Aanbidding in het Musée des Beaux-Arts van Lyon (1618-19).

Aanbidding door de Koningen (detail), Peter Paul Rubens, KMSKA, CC0
Peter Paul Rubens, Aanbidding door de Koningen (detail), 1624, KMSKA, CC0

Er zijn ook overeenkomsten met een portret dat Rubens van de Antwerpse koopman Nicolas de Respaigne schilderde (1619-20). Het wordt in het museum te Kassel (D) bewaard. De man was in Venetië geboren, reisde veel door de Levant en bezocht ook Jeruzalem. Hij was ridder van het H. Graf en had zich onderscheiden door vele vrome stichtingen.