Jacques Callot, De verzoeking van de heilige Antonius, Musea Brugge, inv. 0000.GRO6274.III

Introductie

De Franse 17e-eeuwse prentkunstenaar Jacques Callot (1592-1635) is – althans buiten Frankrijk – geen grote bekende bij het brede publiek. Nochtans was hij één van de belangrijkste graveurs van zijn tijd en van fundamenteel belang voor de ontwikkeling van enkele technische en esthetische mogelijkheden van de prentkunst. Zijn beroemde prentenseries over bedelaars en de verschrikkingen van de oorlog inspireerden belangrijke kunstenaars zoals Rembrandt (1606-1669) en Goya (1746-1828). Callot vervaardigde ongeveer 1400 prenten, die zowel tijdens als na zijn leven veelvuldig werden heruitgegeven en gekopieerd. Zijn prenten zijn vandaag verspreid over prentenkabinetten in heel Europa. Ook het Prentenkabinet van het Groeningemuseum bezit een ruime verzameling prenten van de kunstenaar, waarvan hier een thematische selectie wordt toegelicht.

Deze webpublicatie is opgesteld naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstelling De 17e eeuw door de ogen van Jacques Callot in het voorjaar van 2013 in het Arentshuis (Groeningemuseum).

Levensloop

Jacques Callot werd geboren in Nancy in 1592 als zoon van een heraut van Charles III, de toenmalige hertog van Lotharingen. Na een eerste opleiding bij een edelsmid in zijn geboortestad trok hij al vroeg naar Italië om er zijn opleiding te voltooien. Hij verbleef enige tijd in Rome en vestigde zich vervolgens in Firenze, waar hij werkte in opdracht van de invloedrijke familie De' Medici in de Uffizi. Toen zijn beschermheer, Cosimo II de' Medici, in 1621 stierf, keerde Callot terug naar Nancy. Ook hier werkte hij vooral in opdracht, zowel van het hertogelijke hof als van religieuze ordes. In 1635 stierf de kunstenaar op relatief jonge leeftijd aan een maagkwaal.

Technische vernieuwingen

Callot was verantwoordelijk voor drie belangrijke technische vernieuwingen in de etskunst. Een ets is een diepdrukvorm, waarbij de afbeelding in de drukvorm ontstaat door chemische werking. Met een etsnaald wordt een tekening gemaakt in een zuurbestendige laag (de etsgrond), die een koperen plaat bedekt. Deze plaat wordt vervolgens in een zuurbad ondergedompeld. Op de plaatsen waar het vernis werd verwijderd door de etsnaald, bijt het zuur in de plaat. Zo wordt de tekening in de plaat gebeten of geëtst. Vervolgens wordt de plaat met inkt ingestreken en op vochtig papier afgedrukt. Deze afdruk wordt eveneens een ets genoemd. Callots grootste verwezenlijking is ongetwijfeld het vervangen van de traditionele etsnaald door het échoppe, een etsnaald met ovaalvormige punt, waarmee hij gemakkelijker de zwellende en weer afnemende lijn van de burijn kon imiteren. Verder introduceerde hij een taaier vernis dat beter aan de etsplaat hechtte, waardoor het etszuur niet langer op ongewenste plaatsen terechtkwam. Tenslotte liet hij de plaat meerdere malen bijten en werkte daarbij met een afdekmethode, waardoor de plaat op bepaalde plaatsen dieper werd gebeten. Op deze manier creëerde hij uitgesproken licht-donker contrasten, die het theatrale effect en de dieptewerking in zijn prenten vergrootten. Callots vernieuwingen werden in 1645 door Abraham Bosse (1602-1676) opgetekend in zijn Traicté des manieres de graver en taille douce, het eerste traktaat over de etskunst. Hierdoor waren ze van blijvende invloed voor latere generaties.

Oeuvre

In zijn omvangrijke grafische oeuvre illustreert Callot de meest uiteenlopende aspecten van de vroeg 17e-eeuwse maatschappij. Zijn prenten combineren een scherpe observatie van de realiteit met een verbluffende verbeeldingskracht. Een selectie van prenten gegroepeerd rond vijf thema’s die frequent in zijn oeuvre terugkeren, bieden een wonderbaarlijke inkijk in de leefwereld van de kunstenaar.

Ontdek het oeuvre van Jacques Callot.

Colofon

Deze webpublicatie is opgesteld door Virginie D’haene naar aanleiding van de collectiepresentatie / tentoonstelling De 17e eeuw door de ogen van Jacques Callot in het voorjaar van 2012 in het Arentshuis (Groeningemuseum).

Date