De werken van barmhartigheid
Kunstenaar
Datering
circa 1600
Inventarisnummer
0140005000
Trefwoord

Dit pittoreske werk van Frans (II) Francken of diens atelier werd in de 19de eeuw opgenomen in het epitaaf van een kapelaan bij de Zusters Kapucinessen in de St.-Rochusstraat. Bij de sluiting van dit klooster in 2001 werd het schilderij samen met de epitaaflijst overgebracht als thematische aanvulling op het in dat jaar gereconstrueerde muntersaltaar, waarvan het linkerbuitenluik ‘De vrijgevigheid’ voorstelt.
Geïnspireerd door Jezus’ woord “al wat jij aan de minsten van Mij hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan” (Mt.25,40.45) wijden de aalmoezeniers, gekleed in de waardigheid van hun tabbaard, zich aan de zeven goede werken: de hongerigen spijzigen, de dorstigen laven, de naakten kleden, de zieken bezoeken, de vreemdelingen onderdak verlenen, de politieke gevangenen bevrijden. Het zevende werk, de doden begraven, is pas in de middeleeuwen toegevoegd tijdens de pest¬epidemieën.
Niet toevallig wordt de bedeling van brood als een van de belangrijkste vormen van steunbedeling breed in beeld gebracht op de voorgrond. Brood was het basisvoedsel van de armen. Bovendien sprongen de aalmoezeniers bij dit werk van naastenliefde het meest in het oog wanneer ze ‘s zondags na de mis achteraan in de kerk, zoals in Sint-Andries, aan de armenbank of de Tafel van de Heilige Geest plaatsnamen voor de bedeling. Vooral alleenstaande vrouwen met kinderen, bejaarden en gehandicapten konden daar bij hen terecht. Het schilderij wil de toeschouwer aanzetten tot daadwerkelijke naastenliefde en dus tot een gulle gift voor de armen en voor de wekelijkse broodbedeling in het bijzonder. Erg frappant is de gelijkenis qua compositie en qua figuratie met het immense doek in de St.-Pauluskerk waar hetzelfde thema door hetzelfde atelier uitgewerkt werd.

CC BY (Creative Commons 4.0)

Kunstwerken van deze kunstenaar

Aanbidding van het gouden kalf
De geboorte
Een kunstkamer
De werken van barmhartigheid