De moord op de onschuldige kinderen

De door de Romeinen aangeduide Joodse koning Herodes voelt zich bedreigd door de komst van de ‘koning der Joden’, zoals voorspeld door de Drie Wijzen, en laat alle jonge mannelijke kinderen in Bethlehem ombrengen. Deze dramatische gebeurtenis staat hier centraal. Het thema van de 'Moord op de onschuldige kinderen' is meermaals door Rubens in beeld gebracht. Deze prent gaat terug op een schilderij dat Rubens rond 1635 creëerde en bewaard wordt in de Alte Pinakotek te Wenen (Oostenrijk). In tegenstelling tot de vroegere versie biedt deze versie hoop op de goddelijke verlossing door de afbeelding van de engelen die rozenblaadjes uitstrooien op de kleine martelaren. De actie is verspreid over verschillende clusters, samen gebracht rond de middelste figuur van de moeder die haar handen in de hoogte strekt en een door kinderbloed doordrenkte doek toont.
Rubens stelt in zijn latere werk de verschrikking van de oorlog aan de kaak en vooral het daaruit voortvloeiende lijden van vrouwen en kinderen. Zijn briefwisseling bevat verwijzingen naar de gevolgen van de oorlog: hij verlangt naar ‘een gouden tijdperk’ in plaats van naar ‘een tijdperk van ijzer’.
Paulus Pontius werkt als graveur voor Rubens tussen 1626 en 1631. De prent is echter na de dood van Rubens tot stand gekomen en draagt de datum 1643.