De doop van de Moorse kamerling
Collectie
Inventarisnummer
77/83
Materiaal

olieverf op doek

Afmetingen
203 cm x 111 cm

Gillis Claesz. d'Hondecoeter was de vader van Gysbert en de grootvader van Melchior d'Hondecoeter. Hij was leerling van Gillis van Coninxloo (1544 - 1607). Het tafereel speelt zich af in een boslandschap in de traditie van Gillis van Coninxloo. Samen met andere Vlaamse schilders introduceerde hij de traditie van de Vlaamse landschapsschilderkunst met zijn bijzondere coloristische kwaliteiten in Noord-Nederland.
In het midden van de 16e eeuw ontwikkelde het landschap zich tot een zelfstandig genre. Het hier geciteerde schilderij is daar een mooi voorbeeld van. Het landschap werd als achtergrond gebruikt en was opgevat als een toneeldecor, waarbij de bomen die in het tafereel geschilderd zijn, dienst doen als coulissen. Het boslandschap is verder ingevuld of gestoffeerd met het verhaal van de doop van de Moorse kamerling.
Het onderwerp is ontleend aan de "Handeling van de Apostelen" (IIX: 26-40). Op bevel van een engel begaf de diaken Philippus zich op de weg van Jeruzalem naar Gaza. Hij ontmoette daar de Moorse kamerling die op terugweg was van een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Hij las in zijn reiswagen het boek Jesaia, maar begreep er de inhoud niet van. Philippus bood hem aan de tekst te verklaren. Aan de hand van het Oude Testament verkondigde hij de leer van Christus. Bij een water gekomen vroeg de kamerling te worden gedoopt.

CC BY (Creative Commons 4.0)

Kunstwerken van deze kunstenaar

De doop van de Moorse kamerling