Sint-Annaretabel
Kunstenaar
Datering
1610
Collectie
Inventarisnummer
C/122–C/135
Materiaal

albast

Veertien in hoogreliëf gesculpteerde albasten panelen vormden ooit samen met drie volplastische sculpturen (2 schenkersfiguren en een Christusbeeld met wereldbol) en een barokke architectonische omlijsting het Sint-Annaretabel dat de Sint-Annakapel van het Celestijnenklooster in Heverlee sierde.
Het retabel is gewijd aan Anna en aan haar rol in de verlossingsgeschiedenis. Omwille van haar belang in de menswording van Christus en de verlossing van de mensheid als moeder van Maria en grootmoeder van Christus ,werd zij sinds het einde van de vijftiende eeuw vaak vereerd. Anna zelf komt slechts een keer op het retabel voor, in het allereerste paneel linksonder dat de Geboorte van Maria toont.
Het retabel is veel van zijn detail en plastische uitwerking verloren door slechte restauratie en reinigingen uit het verleden maar het blijft een van de weinige bewaarde vroeg barokke retabels van een uitzonderlijke kwaliteit. De vroegbarokke stijl van de taferelen doet denken aan deze van 16de eeuwse voorgangers als de graveur Martin Schongauer (vooral in de Vlucht naar Egypte) en Conrad Meit, de bekende uit Worms afkomstige beeldhouwer die werkzaam was in de Nederlanden tot 1550. Er is ook een stilistische verwantschap met de Mechelse albastproductie rond 1600.
Het Celestijnenklooster werd in 1521 door Willem van Croÿ en zijn vrouw Maria van Hamal gesticht. Maria zal het vanaf 1522 inrichten als een mausoleum voor haar man, die het jaar tevoren overleed. In 1796 werd het door Leuvense revolutionairen geplunderd en vernield. Hierna werden enkele geredde stukken in albast uit de kapel overgebracht naar de oude dekenij van het stadhuis.
In 1854 vormden de 14 panelen (hoewel fel beschadigd) mee de basis tot de oprichting van een stedelijk museum. Het retabel is van de hand van Robert Colijns de Nole. Dit was lange tijd niet zo zeker, maar recent kwam de juiste identificatie tot stand dankzij een nieuw ontdekt archiefstuk uit 1648 waarin het ensemble en de bestelling ervan bij de Nole in 1610 wordt beschreven door prior Nicolas De Le Ville. Opdrachtgever voor het monumentale altaarstuk was Karel II, hertog van Croÿ en Aarschot, die de sterk in verval geraakte priorij renoveerde. Hij liet Robrecht Colijns de Nole ook zijn grafmonument vervaardigen. Hiervan is niets bewaard gebleven.
Robrecht Colijns de Nole stamt uit een Utrechts beeldhouwersgeslacht. Hij trok samen met zijn broer Jan naar Antwerpen waar ze zich in de jaren 90 van de 16de eeuw inschreven in de Sint-Lucasgilde. Ze werkten vaak samen voor het uitvoeren van opdrachten. Hij kreeg de titel Meester-Beeldhouwer toegekend van de aarthertogen Albrecht en Isabella in 1604. Het meeste werk van de gebroeders de Nole is nu verdwenen.

CC BY (Creative Commons 4.0)

Kunstwerken van deze kunstenaar

Sint-Annaretabel