Sint-Carolus Borromeuskerk Antwerpen
Contact

Sint-Carolus Borromeuskerk Antwerpen

Hendrik Conscienceplein

B-2000 Antwerpen

België

T 0032 (0)3 289 41 53

s.carolus@skynet.be

Website

De Sint-Carolus Borromeuskerk, het schoolvoorbeeld van barokbouwkunst in de Zuidelijke Nederlanden, wordt in de jaren 1614-1621, tijdens het Twaalfjarig Bestand, opgetrokken in opdracht van de vurige jezuïetenorde. De bouwplannen worden opgesteld door leden van de orde: eerst rector François d'Aguilon, nadien broeder Pieter Huyssens. Fabuleuze sommen worden gespendeerd aan de decoratie. Niet voor niets noemden de Antwerpse jezuïeten hun kerk de marmeren tempel.

Dat deze kerk echt pittoresk was, blijkt uit de tientallen interieurzichten van de 17e eeuw. Uit talloze reisverslagen blijkt dat de kerk een uitzonderlijke toeristische trekpleister was. 18 juli 1718 is de zwarte bladzijde in de geschiedenis. De bliksem slaat in en de 39 plafondschilderstukken van Peter Paul Rubens gaan in de vlammen op, evenals het overvloedige marmer in het schip. De heropbouw van de zuilenbasiliek wordt toevertrouwd aan Jan Pieter Van Baurscheit de Oude en na drie jaar kan de kerk haar deuren weer openen.

In 1773 wordt de jezuïetenorde opgeheven door de paus, die bezweken is onder de druk van wereldlijke machthebbers. Enkele jaren later krijgt hun kerk te Antwerpen een nieuwe bestemming als catecheselokaal. De modelheilige van de catechese, Carolus Borromeus, ziet in 1803 zijn naam behouden wanneer het bedehuis na het concordaat met Napoleon aangeduid wordt als zelfstandige parochiekerk.

De Antwerpse jezuïeten lieten haast geen vierkante meter onbenut in hun artistiek project van geloofsoverdracht. Elke travee van de plafonds van de zijbeuken en de galerijen werd getooid met een tafereel van de christelijke heilsgeschiedenis. Voor Rubens biedt de geloofsijver van de Sociëteit een buitengewone kans om een indrukwekkende serie plafondschilderijen te realiseren. Volgens de overeenkomst, gesloten in 1620, moet Rubens zelf de ontwerpen maken, en mag hij die door zijn atelier laten uitvoeren en ze naderhand zelf corrigeren. Het hele ensemble wordt binnen anderhalf jaar geleverd, nog voor de kerkwijding. De 21-jarige Anthony van Dyck is een half jaar Rubens' belangrijkste medewerker.

Zowel van de grotere olieverfschetsen in kleur als van de voorstudies in grisaille is ongeveer de helft bewaard, verspreid over kunstcollecties wereldwijd. Na de fatale brand van 1718 vormen zij de belangrijkste wetenschappelijke bron samen met de tekeningen van enkele reizigers uit het begin van de 18e eeuw. De bewondering van een gezant van koning James I zal leiden tot Rubens' opdracht voor het plafond van Banqueting House bij de heropbouw van White Hall in Londen in 1634. Samen met de overvloed aan marmers maakten deze unieke cycli gedurende een eeuw de Antwerpse jezuïetenkerk tot een bezienswaardigheid.

CC BY (Creative Commons 4.0)